“Als alle ongedocumenteerde mensen zouden stoppen met werken, dan heeft Nederland een groot probleem”

Wie zijn de mensen die zonder papieren in Nederland leven? Wat zijn voor hen de consequenties? We vragen het aan Geeske Hovingh, coördinator van het Wereldhuis, een project van onze partnerorganisatie Protestantse Diaconie voor en door ongedocumenteerde migranten.
Wat is de achtergrond van mensen die zonder papieren in Nederland verblijven?
“Geen verhaal is hetzelfde. Het gaat om mensen van wie een asielverzoek afgewezen. Maar ook om bijvoorbeeld Filipijnse of Braziliaanse dames die in de schoonmaak werken of nanny zijn en een verlopen toeristenvisum hebben. Ik denk wel eens: als alle ongedocumenteerde mensen zouden stoppen met werken, dan heeft Nederland een groot probleem. Ze doen in feite het werk waar wij geen zin in of geen tijd voor hebben.”
“Het gaat om rond de 50.000 mensen in Nederland, maar de schattingen lopen enorm uiteen. Veel ongedocumenteerden in Amsterdam komen uit landen als Ghana, Brazilië, Marokko en Nigeria. Ze overleven met kleine zwarte baantjes, huren een kamer of hebben slechts een bank om op te slapen in iemands woonkamer. Ze zijn niet verzekerd en weten vaak niet waar ze met medische klachten aan moeten kloppen. Ook kunnen ze geen opleiding volgen en zelfs vrijwilligerswerk is officieel niet toegestaan. Kortom, het is een bestaan in de schaduw van de samenleving.”
Wat is de consequentie van een leven zonder papieren?
“We zijn in het Wereldhuis heel helder naar onze bezoekers over de consequenties als je hier blijft zonder papieren. Zo kun je voor een kleine overtreding, bijvoorbeeld door rood fietsen, al in vreemdelingendetentie belanden en heb je maar heel beperkt toegang tot basisvoorzieningen. We proberen hen uit de overleefstand te halen, zodat ze beter kunnen nadenken over hun situatie. Anders blijf je in het kortetermijndenken hangen: hoe kom ik aan eten? Waar ga ik vanavond slapen? Soms komen ze na dagen zwerven helemaal verkleumd aan. Dan geven we ze eerst een kop thee en een warme maaltijd en doen we op een later moment een intakegesprek: heb je een advocaat? Heb je medische zorg nodig? Heb je hulp nodig met brieven naar instanties?”
“We kunnen mensen doorverwijzen naar bijvoorbeeld een medische post voor ongedocumenteerden of een afspraak inroosteren met een van onze advocaten. Vaak is een slaapplek een probleem. Voor heel kwetsbare mensen, zoals een moeder met kinderen, kunnen we soms in ons eigen netwerk tijdelijk nog wel iets regelen. Het komt ook vaak voor dat we iemand aan het einde van de dag een slaapzak mee moeten geven. Ik kom ook mensen tegen die al tientallen jaren zonder papieren werkzaam zijn, bijvoorbeeld gastarbeiders uit de jaren zeventig en tachtig. Niet te geloven dat zij het zo lang hebben volgehouden.”
Wat zijn de grootste problemen waar je nu tegenaan loopt?
“In Amsterdam zijn er sinds vorig jaar veel minder plekken in de winteropvang. Mensen zijn gedwongen om in de kou op straat te leven. Ik zie dat dit frustratie en soms agressie opwekt, mede omdat mensen meer gaan drinken om de pijn te verzachten. Deze maatregelen zijn in grote mate genomen omdat er een jaar eerder veel zogenoemde ‘moderne nomaden’ naar Amsterdam kwamen en in de winteropvang verbleven. Mensen die nul juridisch persperspectief hadden om een asielvergunning te krijgen. Het is pijnlijk om te zien dat andere dakloze ongedocumenteerden hier in 2024 de dupe van zijn.”
“Een heel ander, praktisch probleem dat in mijn ogen redelijk gemakkelijk is om op te lossen: geef deze mensen de kans om vrijwilligerswerk te doen. De hele dag voor je uitstaren maakt je depressief, passief. Maar ja, altijd maar weer die angst voor een aanzuigende werking als iets voor deze mensen doen… Volgens mij is dat ook helemaal niet bewezen, dat dergelijke maatregelen daarvoor zorgen. We creëren in Nederland al tientallen jaren een schaduwsamenleving van mensen zonder papieren en zonder rechten die zo graag hun steentje bij willen dragen aan de echte samenleving. Waarom zouden we daar geen ruimte voor maken? Het levert, als je het mij vraagt, een win-winsituatie op.”